|
|
Zie ook: Besterfood® Bestermine Schapen |
schapenvoeders |
De voeding van schapen kan in een drietal perioden worden verdeeld:
- Drachtperiode
- Zoogperiode
- Dekperiode
Tijdens de eerste 2.5 maanden van de dracht heeft het schaap voldoende aan ruwvoer. Voor deze periode van de dracht is dan ook geen extra energie toeslag nodig.
Gedurende de laatste 2 maanden van de dracht is extra energie en eiwit gewenst. Deze toeslag is afhankelijk van de verwachte worpgrootte. Het is daarom belangrijk om de conditie van de ooi te beoordelen. In de winterperiode moet extra aandacht worden besteed aan het gras: door de vele neerslag is de kwaliteit slecht. De opname aan droge stof kan tegenvalllen door het vele water in het gras, waardoor de conditie van het schaap afneemt. Dit geeft zwakke lammeren en een verhoogde uitval!
Naast goede kwaliteit ruwvoer zal gedurende de laatste maand van de dracht krachtvoer verstrekt moeten worden: oplopend van 0.1 kg tot 0.2, 0.5 of 0.75 kg voor resp. een-, twee- of meerlingdracht. Vooral de laatste week voor het aflammeren is de droge stof opname laag en zal daarom voldoende krachtvoer gevoerd moeten worden. Na het aflammeren neem de melkproductie snel toe, totdat na 3-4 weken de maximale productie wordt bereikt. In deze periode bestaat het rantsoen uit goede kwaliteit ruwvoer en ca. 1 kg brok. De melkproductie van de ooi neem af, na 3-4 weken, waardoor de energie- en eiwitbehoefte van de ooi afneemt. Bij het systeem van eenmaal per jaar aflammeren is het geen bezwaar dat de conditie van de ooien afneemt tijdens de zoogperiode. In de periode vanaf spenen tot dekken is de ooi zeer goed in staat de conditie te herstellen.
Het is belangrijk dat de ooi in goede conditie is tijdens de dekperiode. Een te schrale conditie kan worden gecorrigeerd gedurende de laatste weken voor het dekken. Afslanken kort voor of na het dekken is ongewenst i.v.m. embroyonale sterfte.
In een periode dat de schapen bijgevoerd moeten worden, omdat het ruwvoeraanbod te laag is (b.v. sneeuw of slecht / nat gras) is de schapenbrok / korrel de aangewezen voersoort. Tevens kan de schapenbrok / korrel gebruikt worden tegen de dektijd, voor flushing.
Tijdens de laatste maand van de dracht en gedurende de zoogperiode hebben de schapen niet voldoende aan ruwvoer; aanvullen van het rantsoen met schapen/lammerenkorrel zorgt voor sterke lammeren bij de geboorte en een goede melkproductie van de ooi. Dit voer is ook geschikt voor lammeren.
Voor de lammeren is het belangrijk om gedurende de eerste levensmaanden de jeugdgroei te benutten. Lammerenstartkorrel is een zeer smakelijk voer, wat bijdraagt tot een vlotte opname van 'droog' voer door de lammeren. Het hoge eiwitgehalte zorgt voor een optimale benutting van de jeugdgroei.
In de situatie dat lammeren binnen worden afgemest om ze snel slagrijp te krijgen, is lammerenkorrel HE de aangewezen voersoort.
Voor de genoemde soorten geldt dat het calciumgehalte hoog is en de calcium-fosfor verhouding ruim, om urinestenen te voorkomen. Naast goed ruwvoer moet er voor schapen altijd voldoende aanbod zijn van schoon en fris drinkwater.
Bij de voeding van schapen is het beoordelen van de conditie belangrijk om op kritische momenten (einde dracht, lactatie, dektijd) het rantsoen aan te vullen met het juiste schapen- en/of lammerenvoer.
VEM |
VEVI |
SDVE |
SOEB |
SFOS |
RE |
RV |
RC |
AS |
ZET |
SUI |
CA |
P |
NA |
K |
Mg |
Vit. A |
Vit. D3 |
Vit. E |
5410 Schapenbrok |
900 |
960 |
90 |
5 |
520 |
140 |
35 |
145 |
95 |
100 |
75 |
15 |
4.5 |
5 |
13.5 |
3 |
10000 |
2000 |
10 |
5415 Schapen/lammeren korrel |
940 |
1000 |
95 |
10 |
520 |
150 |
40 |
140 |
95 |
100 |
90 |
14.5 |
4 |
5 |
14.5 |
3 |
10000 |
2000 |
10 |
5420 Lammerenkorrel HE |
980 |
1060 |
95 |
15 |
545 |
155 |
45 |
110 |
95 |
125 |
105 |
13.5 |
4 |
5 |
14 |
2.5 |
10000 |
2000 |
10 |
5425 Lammeren startkorrel |
970 |
1050 |
120 |
55 |
550 |
220 |
35 |
65 |
95 |
200 |
100 |
16 |
4.5 |
15 |
2.5 |
3 |
15000 |
3000 |
50 |
|
|
|
|
|
|
Ruwvoeder aanbiedingen: |
Deze aanbiedingen zijn alleen geldig bij een afname van min. 30 ton. |
|
|